De Geschiedenis van de Radio.
De uitvinding van
de radio is niet het werk van een enkele persoon, maar het resultaat van
talloze experimenten die elkaar opvolgden en aanvulden.
Vorsers
Galvani, Faraday, Henry, Lord Kelvin, Popoff, Branly, Tesla, Maxwell, Hertz
en Marconi hebben in die ontwikkeling een belangrijke rol gespeeld, al zijn
het vooral de laatste drie geweest die radio in een stroomversnelling hebben
gebracht.
De Schotse natuurkundige James Clerk Maxwell
(1831-1879), ook wel eens de “wetenschappelijke vader” van de radio genoemd,
is de eerste die belangrijke studies wijdt aan lichtgolven en
elektromagnetische golven. Maxwell beredeneert het bestaan van een
onzichtbare stralingsvorm en voorspelt radiogolven nog voor zij effectief
worden ontdekt.
De eerste
toepassing van radiogolven vindt plaats in 1879. De Engels-Amerikaanse
uitvinder David Edward Hughes (1831-1900) bouwt een primitieve radiozender
en -ontvanger en seint zijn signaal draadloos over de Londense Great
Portland Street. Toch gaat dit experiment vrij onopgemerkt voorbij, want
Hughes beseft er de draagwijdte niet van en publiceert de resultaten pas 20
jaar later.
Zo is het de
Duitse natuurkundige Heinrich Hertz (1857-1894) die het werk van Maxwell het
eerste aanvult. Hertz bevestigt in 1888 experimenteel het bestaan van
elektromagnetische golven en ontdekt ook het verschijnsel resonantie. Zes
jaar later vult Sir Oliver Lodge (1851-1940) op zijn beurt een stukje van de
puzzel in. De Engelsman is de eerste die een radio-ontvanger bouwt, toestel
dat veel gevoeliger is dan de spel- en vonkzender van Hertz. Lodge gebuikt
zijn radio om op een afstand van 137 meter een elektrische schakeling in
werking te zetten.
Na Lodge volgt de Italiaan Gugliemo Marconi
(1874-1937). Hij is de laatste van de oude vorsers en de man die radio uit
de puur experimentele sfeer zal halen.
Marconi levert zijn eerste bijdrage in 1895,
een jaar nadat zijn interesse is gewekt door het lezen van een artikel over
Hertz. Marconi gebruikt het morse-alfabet om door het uitzenden van lange en
korte impulsen verstaanbare berichten door te sturen. Twee jaar later
overbruggen zijn signalen al een afstaand van 25 kilometer en in 1901
verbaast hij de wereld door een signaal uit Canada in Engeland op te vangen.
Het eerste
gemoduleerde zendsignaal met spraak en muziek laat nu niet lang meer op zich
wachten. In 1906 zendt de Canadees R.A. Fessenden (1866-1932) vanuit Brant
Rook, Massachussetts een signaal uit dat door telegrafisten op zee wordt
herkend als zijnde stemgeluid en muziek.
In 1912 gaan
Goldschmidt, Braillard, De Dordelot en de gebroeders Mazi er met regelmatige
muziekuitzendingen van start.
Toch zal het tot
WO1 duren vooraleer radio aan de verovering van de wereld kan beginnen. Dat
heeft onder meer te maken met het probleem dat men niet meteen tot een
bevredigende oplossing komt voor het bouwen van luidsprekers. De eerste
elektrodynamische luidspreker zal nog meer dan tien jaar op zich laten
wachten.
Begin jaren twintig worden de eerste
ontvangtoestellen gemonteerd.
Eerst gebeurt dat
door particulieren, later door kleine constructeurs.
Die eerste radiotoestellen hebben vaak
gigantische afmetingen. Luidspreker en batterijen zijn niet ingebouwd,
evenmin als de lampen en de radio bevindt zich nog duidelijk in het tijdperk
van de monsters.
Voor het einde van
de jaren 20 komen ensembles op de markt waarbij alles in een enkele kast is
ondergebracht.
De volgende grote
stap wordt gezet in 1957. Op het ogenbliek dat de radio op stroomnet zijn
dertigste verjaardag viert, verlaat de eerste transistor het laboratorium
waar gedurende tien jaar aan zijn ontwikkeling is gewekt. De komst van de
transistor leidt tot een echte revolutie in radioland, want de draagbare en
totaal draadloze radio’s spreken duidelijk tot de verbeelding van de
luisteraar. Minder zwaar en kleiner van afmetingen vormen ze plots een
bedreiging voor de netstroomapparaten, maar die roeren zich. Zij verweren
zich met een mooiere vormgeving, ontvangst in FM (waarvan de grondgedachte
reeds in 1902 werd geformuleerd) en “high fidelity “, tot ook zij zwichten
voor de transistor.
Die laat hen toe
kleinere afmetingen aan te nemen, minder stroom te verbruiken en te spelen
zonder langdurige voorverwarming.
De transistor
krijgt het gezelschap van dioden en weerstanden en het hele opzet wordt met
de dag steeds verder geminiaturiseerd.
Het grote publiek
heeft niet alleen de keuze tussen korte golf, middengolf en lange golf, maar
krijgt het geluid nu ook via gescheiden kanalen (stereo) in de huiskamer.
Vandaag de dag heeft de radio zich nog verder
ontwikkeld en kunnen de basisprincipes worden teruggevonden in vele
toepassingen.
Twee uitvindingen, die in de beginjaren van de
vorige eeuw tot ontwikkeling kwamen, waren de auto en de radio. Een logische
samengaan, hoewel eerst op experimentele basis, zou niet lang op zich laten
wachten. Het jaar 1926, zo stellen de Amerikanen, moet gezien worden als het
jaar dat de autoradio voor het eerst serieus op de markt werd gebracht. Men
sprak toen nog niet over autoradio maar over ‘travel radio’ dan wel
reisradio.
Het was een losse radio, die gevoed werd door het gebruik van batterijen,
die in serieproductie werd genomen. Andere geschiedschrijvers noemen het
jaar 1922 als officiële mijlpaal omdat toen George Frost, president van de
Lane High School Radio Clubs, een autoradio inbouwde in zijn eigen T-Ford.
Ook de auto-industrie noemt 1922 als het jaar waar alles begon. Toen werd op
de internationale automobieltentoonstelling in Engeland, een Daimler
gepresenteerd compleet met een radio. Het toestel was gebouwd door de firma
Marconiphone. Chevrolet adverteerde in Amerika al in 1924 met de
mogelijkheid tot levering van een Philco, als men een nieuwe auto van dit
fabrikaat kocht.
Maar of je nu echt kunt spreken van amusant voortbewegen op de weg in die
tijd valt te betwijfelen. Allereerst hadden de travel radio’s ontzettend
veel last van interferentie van de eigen motor, waren de luidsprekers van
slechte kwaliteit en bovendien had men, meestal nog door de te zwakke
signalen van zenders, problemen met een constante ontvangst van signalen.
Daar kwamen ook nog eens de problemen van de temperatuur in de auto’s bij en
de vibratie tijdens het rijden.
Er diende nog veel tijd en energie te worden gestoken in de verdere
ontwikkeling van de radio als ‘vriendje’ onderweg. Vanaf 1930 was men
dermate ver gevorderd dat er gesproken kon worden van een goed product,
waarna ook de officiële inbouw in de auto gebruikelijk werd.
Vanaf 1931 werden sommige nieuwe auto’s dan ook in serie afgeleverd
inclusief een ontvangstantenne op het dak. In 1932 werd voor het eerst
getest met een autoradio die niet langer werd gevoed door een ouderwetse
batterij maar met energievoorziening vanuit de accu van de motor.
In Europa kan het begin van de jaren dertig worden genoemd als definitieve
doorbraak van de autoradio. De onderneming Bosch sprong in de jonge markt,
die ook door kleinere ondernemingen was ontdekt. Het Duitse bedrijf richtte
een dochteronderneming op die ging werken onder de naam Blaupunkt. Die won
de strijd en pakte het grootste segment in de markt van auto radio’s.
Recent verscheen in Duitsland een boekje waarin de geschiedenis van de
autoradio is beschreven. Autoradios. Praxistipps zu Tunern, Car- Hi Fi,
Zubehör und Multimedia is geschreven door Ing, Gerd Klawitter. De
introductieperiode van de autoradio had aanzienlijk uitgebreider kunnen
worden beschreven.
Een korte zoektocht via internet op respectievelijk ‘history car radio’ en
‘geschiedenis autoradio’ levert dermate veel hits op dat de auteur minimaal
veertig pagina’s zeer onderbouwde informatie had kunnen brengen. Het eerste
woord in de ondertitel ‘Geschichte, Gegenwart und Zukunft’ zou dan een veel
betere lading hebben gekregen. Nu krijgt het heden (Gegenwart) veel meer dan
de historiek, die naar verloochend wordt.
Natuurlijk besteed je heden ten dage bij de aankoop van een auto ook veel
aandacht aan een bijbehorende radio. Die moet het liefste voorzie zijn van
allerlei technische snufjes. In het boekje wordt wel terecht gesteld wordt
dat de handleidingen, die bij de levering van de auto en de autoradio
zitten, nogal verschillend zijn. Het exemplaar bestemd voor de bediening van
de autoradio is aanzienlijk uitgebreider, zodat men de allernieuwste snufjes
tot in detail kan bestuderen.
Het boek brengt, ondanks het tekort aan historische bevindingen, een schat
aan makkelijk leesbare informatie, waarbij ook allerlei zijstraten worden
benoemd en behandeld; de platenspeler, de compact cassettes, het DTA
systeem, de CD’s, de MD’s, de MP3, DVD en allerlei andere audiovormen, die
ook in de auto toepasbaar zijn.
1900:
Op 11 maart geeft Marconi een eerste demonstratie van zijn “telegraaf” op
het Koninklijk Paleis.
1902:
Eerste radio-experiment in Kongo.
1906-08:
Eerste radio-experiment in België.
1913-14:
Elke zaterdagavond wordt om 18 u. een concert uitgezonden vanuit het
Koninklijk Paleis.
1914-18:
Evolutie stilgelegd wegens de Eerste Wereldoorlog.
1919:
Doorbraak van de radio in Nederland.
1920:
Doorbraak van de radio in de Verenigde Staten van Amerika.
1922:
Grote oorlogsschade vertraagt doorbraak van de radio in België.
In
1922 wordt de privé-maatschappij “Société Belge Radio-Electrique” opgericht.
1923: Uit de S.B.R. ontstaat
“Radio Belgique”, een station dat poogt radio-ontvangst in heel België te
verzekeren.
1926:
Her en der beginnen radioamateurs uit te zenden met kleine, doorgaans
zelfgebouwde, installaties.
1929:
Er ontstaan zendorganisaties met ideologische achtergronden.
Ook
de politieke wereld krijgt belangstelling.
1930: Naar Brits BBC-model wordt
met de wet van 18 juni 1930 het “Belgische Nationaal Instituut voor
Radio-omroep” (NIR/INR) opgericht.
“Radio Belgique” gaat uit eigen beweging
uit de ether. Vrijwel al het personeel gaat naar het nieuwe instituut. Het
NIR is een overheidsdienst, met zendtijd voor ideologische organisaties.
Daarnaast blijven particuliere radiostations vrij populair. In 1934 zijn er
al 600.000 geregistreerde toestellen.
1935-38:
Aan het Flageyplein in Brussel bouwt het NIR een nieuw Radiogebouw, een
meesterwerk van moderne architectuur, ontworpen door Joseph Diongre.
1935:
Op 3 november wordt bij de eerste steenlegging voor het eerst gedurende de
hele dag uitgezonden, van 6.45 u. tot 24 u.
1938:
Op 31 december zijn er 1.126.218 geregistreerde toestellen in ons land.
1940-45: Als enige op het Europese
continent passen de NIR-personeelsleden bij het uitbreken van de tweede
Wereldoorlog de taktiek van de verbrande aarde toe. De uitzendstudio’s
worden onklaar gemaakt. ...
1945:
Onmiddellijk na de oorlog breidt het NIR sterk uit. De lokale stations van
Antwerpen, Gent, Kortrijk en Hasselt worden opgenomen in het NIR en
omgevormd tot provinciale vestigingen van de nationale omroep.
1953: De komst van de televisie
luidt het einde in van het “radio-tijdperk”.
1960:
Het NIR verdwijnt en wordt opgedeeld in drie instituten: BRT, RTB
en het Instituut van de Gemeenschappelijke Diensten.
Aan de Reyerslaan in Schaarbeek wordt
een nieuw Omroepcentrum gebouwd.
1961:
Een nieuw net van 14 FM-zenders wordt in gebruik genomen.
Het “derde programma” wordt opgestart.
1974: Het “derde programma” wordt
als BRT-3 het vierde radionet van de BRT, naast BRT-1, BRT-2 en de
Wereldoproep.
1978-79:
Na de "klassieke" concurrentie van commerciële stations vanuit Luxemburg en
van piraatzenders als Caroline of Veronica, zwermen nu honderden lokale
radiostationnetjes uit over ons land. Hun karakter varieert van sociaal
geëngageerd tot volks populair. Ze geniet en veel sympathie bij de bevolking
1979:
Het "federaliseringsproces" wordt verdergezet met de oprichting van de
openbare instelling met rechtspersoonlijkheid "Belgische Radio en Televisie
Nederlandse Uitzendingen", bij decreet van 28 december 1979
1981:
Het KB van 20 augustus erkent de "lokale klank radio omroepen". Het elan van
de lokale radio's betekent sterke concurrentie voor de radionetten van de
BRT
1983:
De BRT radio gaat in het tegenoffensief en start op 1 april in het
jongerennet "Studio Brussel", voorlopig met twee zendblokken per dag: 7 tot
10 u. en 16 tot 19 u. Van 1984 tot 1987 worden die zendblokken geleidelijk
uitgebreid, tot "Studio Brussel" elke werkdag uitzendt van 7 u. tot 19 u. en
tijdens het weekeinde van 10 u. tot 19 u.
1983:
Tweede zet in het tegenoffensief: BRT-2 start met vijf regionale magazines.
Elke gewestelijke omroep brengt op werkdagen van 12 u tot 13 u. een magazine
met nieuws uit de eigen regio
1987-89:
De BRT geeft een onderzoeksbureau de opdracht om bij het publiek "de
basisbehoeften inzake radio" te onderzoeken. Op basis van de resultaten van
dit onderzoek worden de profielen van de verschillende netten nauwkeuriger
afgelijnd. Voor de programma's komt er een grotere regelmaat, de zogenaamde
horizontale programmering. De lokale radio's krijgen een zendvergunning die
vier jaar geldig is en onder toezicht valt van de Minister van Cultuur
1989:
Invoering van RDS (Radio Data System). Op 1 mei start de Nachtradio een
gezamenlijk programma dat via de golflengtes van BRT-1, BRT-2, BRT-3 en
Studio Brussel iedere nacht van 23.30 u. tot 6 u. wordt uitgezonden. Op 1
september worden de regionale middagmagazines van BRT-2 uitgebreid met een
avonduitzending, elke werkdag van 17 u. tot 18 u.
1990:
Vanaf 1 april krijgen de radionetten nieuwe logo's en een duidelijker
profiel. BRT-1 BRT-2 en BRT-3 heten voortaan Radio 1, Radio 2 en Radio 3.
Studio Brussel wordt een volwaardig net met uitzendingen tot 23.30 u. Radio
3 krijgt een eigen programma met klassieke muziek van 24 u. tot 7 u. Op 1
oktober wordt commerciële reclame ingevoerd op Radio 1,2 en Studio Brussel.
De Wereldomroep zendt voortaan ook uit voor het thuisfront via
middengolfzender 1512 kHz. Bij het afsluiten van de jaarstatistieken blijkt
dat het luisteraandeel van de vier radionetten groter is dan ooit: het
schommelt om en rond de 80 procent
1992:
Het dynamische proces dat door de positionering van Radio 1, 2, 3 en Studio
Brussel op gang werd gebracht, leidt op 28 maart tot de oprichting van een
nieuw en vijfde radionet, Radio Donna. Dit net wordt volledig gefinancierd
met reclame-inkomsten. Start van de regionale ochtendmagazines van Radio 2
(4 mei). Hiermee wordt het profiel van Radio 2 als regionaal net verder
uitgebouwd. Later op het jaar wordt de Wereldomroep omgedoopt in Radio
Vlaanderen Internationaal.
Radio werd eerst gemaakt op de lange, midden en korte golf.
Men kwam erachter dat de ionosfeer de radioverbinding gunstiger maakte. Dit
is een ruim deel van de bovenste atmosfeerlagen op een hoogte van 80 tot 100
km boven het aardoppervlak. Deze laag wordt door de ioniserende werking van
het zonlicht in mindere of in meerdere mate elektrisch geladen. De
lange en middengolven worden weerkaatst door de onderste regionen van de
ionosfeer. Aldus kunnen afstanden van 1000 km worden overbrugd. De
korte golven worden
gereflecteerd door de bovenste regionen van de ionosfeer. Deze golven kunnen
dan intercontinentale afstanden afleggen. Een overzicht van de 4 populaire
banden wordt weergegeven in onderstaande tabel:
Benaming | Afkorting | Golflengte | Band |
Lange golf | LG - LW – OL | 2000 - 860 m |
135 - 350 kHz |
Middengolf | MG - MW – OM | 540 - 200 m |
540 - 1600 kHz |
Korte Golf | KG - SW – OC | 200 - 5 m |
1,6 - 60 MHz |
Ultra Korte Golf | FM | 3 m |
87,5 - 108 MHz |
Golflengtes kleiner dan 10
meter passeren meestal ongehinderd door de verscheidene lagen van de
ionosfeer
zonder te worden teruggekaatst. Sommige weers- en luchtdrukomstandigheden
kunnen echter de oorzaak zijn dat zelfs die golven naar een ander deel van
het aardoppervlak worden teruggekaatst. Zoiets kan er de oorzaak van zijn
dat men plots er in slaagt voorbeeld een Spaans FM-station te ontvangen in
België.
Kort voor de Tweede
Wereldoorlog werd ook ontdekt dat radio-uitzendingen met hoge
geluidskwaliteit
mogelijk werden door de amplitudevariaties
(verandering in maximum uitwijking ten opzichte van de nulstand) van het
modulerende signaal om te zetten in variaties van het frequentiespectrum van
het gemoduleerde signaal. Groot voordeel was dat storingen en ruis, komende
van externe bronnen (vb. een draaiende motor, aanslaan van een relais)
werden onderdrukt. Men had wel een grotere bandbreedte nodig. Meteen was FM
(Frequentie Modulatie) geboren.
De radiogolven van de FM-band komen overeen met frequenties die dermate hoog
zijn dat ze zich net als lichtstralen rechtlijnig voortplanten.
Het heeft geen zin om met een FM-zender van meer dan 100 kW uit te zenden
want deze signalen schieten dus in feite over de horizon heen de oneindige
ruimte in.
De populariteit van FM.
Zoals eerder vermeld wordt een grote bandbreedte
gebruikt bij FM. Men kan dus bijna CD-kwaliteit laten weerklinken.
Een tweede positief punt is dat de zenders relatief goedkoper zijn dan
middengolfzenders. Verder is de antenne stukken korter. Belangrijk is ook
dat men door middel van de piloottoontechniek in stereo kan worden
uitgezonden.
Omdat de grote meerderheid der Belgen nog enkel naar de FM-band luistert,
gaan we ons enkel toespitsen op deze band.
RADIO KIJKEN EN TV
LUISTEREN.
VTM Kleurt nu ook je radiodag.
Deckers & Ornelis
lanceren nieuwe radiozender met marathon van 45 uur.
BRUSSEL -Het Uur is bijna aangebroken.
Maandag (12-11-2001)
zit u er tot over uw oren in... In Q-Music, want, dan gaat de nieuwe
commerciële zender die een creatieve en frisse wind in radioland belooft -en
zeker geen gezwets of boenke - boenke - de ether in. Maar de zender heeft
vandaag al een verrassing in petto. Vanmiddag om 12 uur precies luidt het
razend populaire presentatieduo Erwin Deckers en Sven Ornelis de geboorte
van Q-Music in met een testuitzending die liefst 42 uur zal duren.
«Als we dan nog niet in slaap gevallen zijn, nemen we maandagochtend ook
het allereerste officiële Q-Music -programma voor onze rekening». U krijgt
dus 45 opeenvolgende uren Deckers & Ornelis op uw radio. Ze doen hun
reputatie die ze bij Radio Donna bijeen stuntten, weer alle eer aan. « We
hebben lang genoeg onze mond gehouden».
Vanmiddag om 12 uur (zaterdag 10-11-2001) geeft het populaire radioduo Deckers & Ornelis het startschot voor een uitputtingsslag, waarmee Q-Music - de landelijke commerciële radiozender van de Vlaamse Media Maatschappij (VMM) - zich in de gunst van radioluisterend Vlaanderen wil werken. «Wij blijven onafgebroken in de ether tot maandagochtend 6 uur, met een testuitzending die de officiële start van Q-Music voorafgaat», aldus de radiotandem Deckers & Ornelis. «Het is echt een testuitzending. Zonder jingles. Zonder reclame. Zonder nieuws. En zonder,voorbereiding. Alleen met onszelf. En de juiste Q-muziek. Maar het blijft een opwarmertje Voor het echte werk. Of de luisteraars dat zullen beseffen? Wees gerust, tussen de muziek en onze presentatie door zal vaak ‘Dit is een testuitzending’ weerklinken. Tot vervelens toe. We Moeten absoluut vermijden dat luisteraars onze improvisatie als typisch Q-Music gaan beschouwen, hé». Waar Q-Music werkelijk voor staat, hoort de luisteraar Maandagochtend om 6 uur. In een speciale openingsshow laten Deckers & Ornelis - zij weer - alle Q-stemmen de revue passeren, om vanaf 9 uur het vaste programmaschema op de luisteraar los te laten.
MYTHEVORMING
Deckers & Ornelis zullen dan bijna twee dagen en nachten achter de microfoon hebben vertoefd. Overbodige vraag wie bij Q-Music de luisteraars moet lokken. «Erwin en Sven zijn dan ook geweldige troeven. Al presenteerden ze daar amper een half jaartje samen, bij Radio Donna hebben ze als ochtendduo een legendarische reputatie opgebouwd», knikt programmadirecteur Bert Geenen. «Of dat de druk niet doet toenemen? Nee, hoor. Ze hoeven bij Q-Music gewoon te doen zoals vroeger: een leuk ochtendprogramma rond de actualiteit brouwen».
«Eigenlijk zijn we die mythevorming rond onze persoontjes beu. Het lijkt wel alsof Erwin en ik destijds elke ochtend met een stunt uitpakten, terwijl daar ook gewone uitzendingen tussenzaten, hoor. Ook bij Q wordt niet elke seconde spectaculair», waarschuwt Ornelis.
TEST, TEST, TEST
Na een maandenlange voorbereiding draaide Q-Music de voorbije twee weken intensief proef. «Alsof we al in de ether zaten», vertelt Ornelis. Ofwel: even voor zessen ‘s ochtends razend enthousiast de studio binnenstappen om een programma te presenteren voor... niemand. «We hebben elke VMM medewerker die hierop dat vroege uur al rondliep, aangeklampt. Of hij eventjes de rol van luisteraar -die -deelneemt -aan -een -spelletje wilde vertolken?», lacht hij. « Wat nog voor verbetering vatbaar is? Onze technische beheersing. Bij Q-Music starten we zelf de plaatjes. Niet te onderschatten!».
NIJD EN AFGUNST
Q is er dus klaar voor. Klaar voor de strijd met Donna en 4FM, die andere nieuweling die sinds 31 oktober uitzendt. «Ik heb al geluisterd, ja», zegt Q-Music - programma directeur Geenen. «En ik hoorde wat ik al wist. 4FM richt zich met andere, rustige muziek op een ander, ouder publiek. Overigens is de concurrentiestrijd niet zo hard als men wel eens laat uitschijnen, hoor. Enkele concurrenten wensten me de voorbije dagen geluk. Geloof me, in radioland is geen plaats voor nijd en afgunst».
Wat biedt Q-Music?
« Wij richten ons op jong-volwassenen. Met kwaliteitsmuziek en frisse presentatoren», roept Q-Music.
(Uit de Krant van zaterdag 10-11-2001)
Gouden duo van Q-music
praat testuitzending van 42 uur moeiteloos vol.
VILVOORDE -
Geen schijntje vermoeidheid. Pretlichtjes in de
ogen, weidse gebaren op de presentatiestoel en altijd een grap achter de
hand. Sven Ornelis en Erwin Deckers haalden hun achterstand van 6 maanden
radiostilte afgelopen weekend gretig in. 42 uurlang presenteerden ze de
Testmarathon van Q-music. Vanochtend, om 6 uur, gaat de kersverse
commerciële zender officieel van start. Gastheren: opnieuw Sven en Erwin.
«Al die reacties die we kregen, de honderden mails en faxen, de sfeer van
vroeger... Dat doet een mens deugd. En we zijn nog maar aan het repeteren».
«We zijn terug.
En dat voelt lekker aan»
Zondagmiddag (11-11-2001), even na 1 uur op Q-music. Sven: «'Blij dat jullie terug zijn, we hebben jullie gemist',mailt Inge uit Gent ons.
Ze heeft een perfecte ontvangst thuis en hoopt dat Q ook op haar tram te ontvangen is, want ze is naar eigen zeggen tramvoertuigbestuurster». Waarop Erwin het uitschatert: «Tramvoertuigbestuurster, dat ze nu oppassen als de Scrabbledoos nog eens uit de kast komt».
De grapjes rolden er
afgelopen weekend uit alsof Omelis & Deckers nooit weg waren geweest.
Zaterdagmiddag begonnen ze aan de langste uitzending uit hun (jonge)
carrière. 42 uur lang ongedwongen, recht voor de rapste radio zonder
reclame, nieuws of djingles. Uitzonderlijk een telefoongesprekje, maar
vooral veel vlotte muziek - het
visitekaartje van Q, Pas maandagochtend om 9 uur zit hun shift erop. Niet
lang genoeg om het Guinnessboek te halen, maar meer dan voldoende om de
zwakke plekken van het prille radiosignaal in Vlaanderen op te sporen en bij
te sturen. «Erwin en ik hebben mekaar leren kennen tijdens de
marathonuitzending voor Kosovo», zegt Sven Ornelis.
«De uitzending van dit weekend, is dus ook een beetje symbolisch: een nieuwe
start met wéér een marathonprogramma».
WEBSITE CRASHT
«De reacties zijn ongelooflijk», zegt Erwin
Deckers. «Twee telefonistes moeten niets anders doen dan de hoorn inleggen
en weer opnemen. Nu we op Kanaal 2 te horen zijn, wil blijkbaar iedereen
weten op welke frequentie we uitzenden».
Sven: «Zaterdag ging de website van Q-music on line. We werden letterlijk
overstelpt, in die mate zelfs dat de site een tijdlang plat lag.
Uiteindelijk werden ook de servers van VTM en Big Brother mee ingezet om het
aantal bezoekers te kunnen verwerken. Kan je geloven dat zaterdag méér
mensen de site bezochten dan die van Big Brother bij de start vorig jaar?
Waanzinnig».
Erwin: «Op zoveel respons hadden we niet gerekend. Na elke plaat zeggen we
uitdrukkelijk dat het om een testuitzending gaat. Dat komt de mensen na een
uur al hun keel uit, dachten we. Dachten we. Maar deze namiddag belde een
luisteraar. Die had berekend dat we op 25 uur 480 keer het woord
testuitzending gebruikt hadden. En hij vond het nog leuk ook».
Het geheim van 42 uur ononderbroken frisse radio maken? «Een beetje vals spelen»,lacht Sven. «Ik ben zaterdagnacht een paar uur in mijn bed gekropen, terwijl Erwin verder deed. Zondag om 4 uur heb ik van hem overgenomen». Terwijl in Vilvoorde radio werd gemaakt, speurden technici in heel Vlaanderen naar goede en slechte ontvangst. De stereobalans werd uitgetest, en de geluidskwaliteit via kabel en internet gecontroleerd. Algemene conclusie: wie ten westen van de as Turnhout-Leuven woont, ontvangt Q perfect. Alleen in Limburg en de Kempen kraakt de muziek op de FM-band. «We staan veel verder dan we een maand geleden hadden durven hopen», zegt directeur Peter Bossaert. «Binnen de week moeten ook Limburg en de Kempen bedekt zijn, en dan volgen de steunantennes om het luistercomfort te optimaliseren. Eind deze maand sturen we het signaal naar 14 antennes».
Het radiolandschap zal nooit meer hetzelfde zijn.
(Uit de Krant van Maandag 12-11-2001)
De Nieuwe Q-Music FM Radio Frequenties.
vanaf Donderdag 27 Mei 2004 zijn dit de nieuwe frequenties.
Waar kan je Q-Music beluisteren?
Antwerpen | 92.9 MHz | 0.5 kW |
Antwerpen | 99.2 MHz | 10 kW |
Berlaar | 92.7 MHz | 0.316 kW |
Brugge | 103.3 MHz | 1 kW |
Brussel | 102.5 MHz | 1 kW |
Eeklo | 104.8 MHz | 0.158 kW |
Egem | 103.0 MHz | 20 kW |
Genk | 102.5 MHz | 50 kW |
Gent | 88.6 MHz | 3.162 kW |
Herentals | 92.2 MHz | 2 kW |
Heuvelland (Wijtschate) | 93.2 MHz | 0.316 kW |
Oostvleteren | 88.3 MHz | 1 kW |
Sint-Pieters-Leeuw | 103.1 MHz | 50 kW |
Turnhout | 104.2 MHz | 0.2 kW |
Veltem | 95.8 MHz | 1 kW |
Wuustwezel | 100.0 MHz | 1 kW |
Luister via de app
App storeLuister via DAB+
Meer info
De Frequenties van JOE fm.
Vanaf Donderdag 1 April 2009 JOE fm.
Aalst | 104.2 MHz | 1 kW |
Antwerpen | 103.4 MHz | 5 kW |
Beringen | 98.4 MHz | 0.5 kW |
Bree | 93.5 MHz | 1 kW |
Brussegem | 95.6 MHz | 1.26 kW |
Brussel | 103.4 MHz | 10 kW |
Dendermonde | 92.2 MHz | 3.162 kW |
Diest | 103.3 MHz | 1 kW |
Egem | 104.1 MHz | 50 kW |
Geel | 93.5 MHz | 2 kW |
Genk | 103.4 MHz | 20 kW |
Gent | 92.8 MHz | 1 kW |
Herzele | 90.9 MHz | 1 kW |
Heusden-Zolder | 88.8 MHz | 0.5 kW |
Holsbeek (Nieuwrode) | 90.3 MHz | 0.5 kW |
Kasterlee (Tienen) | 91.4 MHz | 0.316 kW |
Leuven | 99.7 MHz | 1 kW |
Lommel | 103.7 MHz | 3.162 kW |
Mechelen | 96.7 MHz | 2 KW |
Ninove | 99.7 MHz | 0.25 kW |
Sint-Niklaas | 93.5 MHz | 2 kW |
Sint-Truiden | 89.2 MHz | 0.5 kW |
Sint-Pieters-Leeuw | 95.5 MHz | 1 kW |
Tongeren | 89.1 MHz | 1 kW |
Turnhout | 90.6 MHz | 5 kW |
Voeren | 97.4 MHz | 0.25 kW |
Wuustwezel | 103.7 MHz | 1 kW |
Luister via de app
App storeLuister via DAB+
Meer info
De FM Frequenties van Play Nostalgie.be
Hieronder vindt u een lijst met de frequenties per locatie en provincie.
PROVINCIE | ZENDER | FREQUENTIE (MHZ) |
Antwerpen | Schoten | 102.9 |
Mechelen | 104.5 | |
Turnhout | 104.5 | |
Geel | 104.6 | |
Oost-Vlaanderen | Gent | 103.5 |
Sint-Niklaas | 103.7 | |
Aalst | 104.8 | |
Ronse | 103.3 | |
Oudenaarde | 104.8 | |
West-Vlaanderen | Oostende | 87.6 |
Kortrijk | 88.0 | |
Brugge | 88.1 | |
Egem | 98.2 | |
Oost-Vleteren | 101.0 | |
Vlaams-Brabant | Brussel 1 | 98.1 |
Brussel 2 | 98.4 | |
Leuven | 103.8 | |
Diest | 99.0 | |
Aarschot | 104.4 | |
Limburg | Bree | 103.0 |
Hasselt | 96.8 | |
Genk | 94.7 | |
Sint-Truiden | 96.9 | |
Overpelt | 104.2 | |
Tongeren | 94.8 | |
Beringen | 92.8 | |
Lommel | 95.9 |
Hoe en waar kan ik naar Play Nostalgie luisteren?
Bekijk het overzicht van al onze frequenties om via FM naar Play Nostalgie te luisteren.
Play Nostalgie is ook digitaal via de kabel (maar niet analoog) te beluisteren (HD boxen):
- Vlaanderen (Telenet): 918
- Regio Brussel: 938
- INDI boxen (ex Interkabel regio): 519
- en via TV Vlaanderen op kanaal 508.
-
Vanaf 27 augustus 2018 (12u) zal Nostalgie bovendien naast FM, online en
via de kabel, ook via DAB+ te horen zijn. DAB+ is dé manier om digitaal
naar de radio te luisteren. Op die manier zorgt Nostalgie ervoor dat
zijn ontvangstpakket verder vergroot wordt. Luisteren via DAB+ zorgt
o.m. voor een betere geluidskwaliteit en een betere ontvangst over heel
Vlaanderen. Norkring zal de DAB+-uitzendingen van Nostalgie verzorgen.
Je moet wel in het bezit zijn van een DAB+-radio om te kunnen luisteren.
Altijd en overal genieten van de classics en maar liefst 10 extra kanalen doe je via: